telefoonnummer psycholoog Apeldoorn 055 - 5769 995
e-mailadres psycholoog apeldoorn info@apeldoornpsycholoog.nl
psycholoog apeldoorn Weverstraat 1 7311GR Apeldoorn Weverstraat 1, Apeldoorn
Welkom bij psycholoog Apeldoorn

NIEUWS - Psycholoog Apeldoorn

Het jaar van de omslag voor Praktijk Dialogos

Het jaar 2017 wordt een belangrijk jaar voor de eerstelijns psychologische hulpverlening en zeker ook voor Praktijk Dialogos. Vanaf dit jaar stelt de overheid aan alle hulpaanbieders in de psychologische sector de verplichting van het voeren van een kwaliteitsstatuut.
Met dit kwaliteitsstatuut wordt de overdracht langs digitale weg geregeld van een groot aantal privé gegevens van de cliënt naar Stichting Benchmark GGZ (een overheidsorgaan). Waar tot voor kort het gebruik van de opt-out regeling (bezwaar regeling) nog de bescherming van de privacy van de cliënt regelde zal dit vanaf 1 januari 2017 niet meer mogelijk zijn.
 
Wat betekent dit?
Voor de cliënt betekent dit de overdracht en het gebruik van zijn vertrouwelijke gegevens door overheid en verzekeraars. Eveneens wordt de cliënt, bij aanvang van het behandeltraject en bij de beëindiging ervan, verplicht om tijdrovende psychologische vragenlijsten in te vullen omtrent het probleem waarvoor hij hulp zoekt en zijn tevredenheid over de gevolgde behandeling. De ingevulde vragenlijsten moeten vervolgens worden doorgestuurd naar Stichting Benchmark GGZ. Voorts is de keuze van de behandelaar gebonden aan het kunnen tonen van het kwaliteitsstatuut om in aanmerking te komen voor vergoeding van de behandelkosten.
Voor de behandelaar betekent dit het verlies van kostbare behandeltijd en vergroting van de bureaucratische rompslomp. Tevens moet de behandelaar de kosten van de benodigde software voor de registratie van de gegevens uit eigen zak betalen. Deze verplichting wordt het ROMmen (Routine Outcome Monitoring) en het voeren van een E.P.D. (Electronisch Patiënten Dossier) genoemd.
 
Nadelen
Aan deze verplichting kleven grote nadelen. Allereerst staat of valt psychische hulpverlening met een waarborg dat wat de cliënt in de therapie vertelt niet bij derden, die niets met de behandeling te maken hebben, terecht kan komen. Alleen dan is sprake van integere, veilige hulpverlening en kunnen cliënten rekenen op de bescherming van hun privacy.
Ook gaat de tijd, die aan de verzwaring van het administratieve deel gegeven moet worden, ten koste van de behandeltijd.
 
Gevolgen
Deze onwenselijke ontwikkelingen hebben Praktijk Dialogos ertoe gebracht af te zien van de beknelling van het huidige vergoedingensysteem en de marktwerking in de zorg.
Praktijk Dialogos wil zich inzetten voor op menselijke maat aangeboden zorg in overeenstemming met de vrije keuze voor privacy en de eigen draagkracht van de cliënt.
Dat wil zeggen dat de kosten van de gesprekken voor eigen rekening zijn.
 
Voordelen
  • terug naar het directe contact met de cliënt en diens hulpvraag.
  • geen overbodige tijdsbesteding aan administratie en regelgeving
  • bescherming van privacy gevoelige gegevens met het risico op oneigenlijk en/of onzorgvuldig gebruik
  • geen dreiging van onverwachte controles in het cliëntendossier
  • adequate zorg is direct toegankelijk
  • het zorgaanbod is in nauwe aansluiting met de wensen van de cliënt
  • een ruimere keuze van het hulpaanbod (heropname van een aantal uit het vergoedingenpakket geschrapte klachten en problemen)
  • het weer kunnen vertrouwen op de ervaring van een BIG geregistreerde beroepsbeoefenaar
  • een transparant overzicht van aangeboden diensten met keuze mogelijkheden
Hiermee wordt de nadruk gelegd op het bieden van kwaliteit, privacy en tijdswinst.
 

Blogpost: Zelfzorg

Over de huidige veranderingen in de participatie maatschappij en het belang van goede zelfzorg.
Dit discussiestuk gaat over de verschuiving van de Zorg van Overheid naar Verzekeraars, van Verzekeraars naar Burgers, en van Burgers naar de Eigen Verantwoordelijkheid voor Zelfzorg. Al zou er slechts een gedeelte van de huidig zichtbaar geworden verschuivingen in de Zorg uitwaaieren naar een bewustere Zelfzorg dan zou dit een belangrijke verrijking voor de maatschappij betekenen en waarschijnlijk een meer doordachte besteding van gemeenschapsgelden.
 
Allereerst kan de vraag worden gesteld  of onze maatschappij wel echt aan het veranderen is of dat we niet eerder moeten spreken van een gelegenheidsduwtje van de Overheid, die zijn verantwoording voor goede zorg vanwege het oplopende kostenaspect heeft doorgeschoven naar de burger.
Wat we in ieder geval kunnen zeggen is dat we een verschuiving zien van een paternalistisch getinte houding van ’s lands bestuur, dat het zorgvraagstuk tot voor kort geheel voor zijn rekening nam, in de vorm van een gecoördineerd sociaal beleid en uitgebreid voorzieningenstelsel, naar de overdracht hiervan naar de semi overheid met zijn verschillende loketten en een afgeslankt budget. Daarbij komt eveneens de overdracht van het beheer van onze ziektekosten -voorheen neergelegd bij ziekenfonds en particuliere verzekeringsmaatschappij- aan verzekeraars, die de marktwerking in de zorg introduceerden. Ofwel van het heil dat van Overheidswege verwacht werd naar het heil dat we nu moeten zoeken bij formeel erkende instituties en organisaties en meer en meer in eigen hand moeten gaan nemen. Kort gezegd een overgang van top-down naar bottom-up beleid.
Door economische omstandigheden gedwongen lijkt een doorbraak in de maak met verstrekkende gevolgen voor ons allen. Het hierbij behorende overgangsproces verloopt niet zonder slag of stoot. Niemand is er op voorbereid en er worden tot op heden nogal wat misstanden gesignaleerd. Staatssecretaris van Rijn heeft er zijn handen vol aan.
 
Waarom gaat het zo stroef vraag je je af.
Aan de overdracht van zorgtaken naar de Gemeenten kleeft een veel te korte voorbereidingstijd. Denemarken kreeg er 7 jaar voor; Nederland moet het in 3 jaar doen. Deze gang van zaken veroorzaakt veel onrust in ons land. Zeker ook omdat de beloofde effecten mooier worden voorgesteld dan ze feitelijk zijn. De reclamespotjes van het ministerie van Volksgezondheid wekken verwachtingen die misleidend blijken. Het woordje “zelfzorg” maakt goede sier, maar blijkt tot op heden een lege dop. Eigenlijk komt het er op neer dat de Overheid onder de vlag van het neoliberalisme bezig lijkt met een wanhoopsdaad om de nodige taakverlichting in het managen van ons land tot stand te brengen. Veranderingen volgen elkaar weliswaar in rap tempo op, maar de bijbehorende uitvoering schiet schromelijk tekort. Het gevolg is dat voor burgers zekerheden en vanzelfsprekendheden wegvallen.
 
Ondanks, of misschien wel dankzij, de hierdoor ontstane verwarring bij de mensen en de opvallende gaten in het beheer van Maatschappij Nederland lijkt er langzamerhand een unieke ontwikkeling op gang te komen. Ik bedoel niet de verdeling van het beschikbare budget voor de zorg door ambtenaren van het centraal indicatie orgaan CIZ aan de keukentafel, maar recentelijke burgerinitiatieven die elkaar in de eigen wijk vinden in de vorm van kleine onderlinge coöperaties. Verschillende lokale kranten maakten hier in de afgelopen tijd melding van. Burgers bepalen meer en meer zelf wat nodig is op het gebied van zorg en weten vaak op creatieve wijze de handen ineen te slaan en bronnen hiervoor op te sporen. Dit gebeurt met een zo eenvoudig mogelijke organisatievorm en met onderling opgebouwde netwerkcontacten voor de nodige uitwisseling van menskracht en middelen. We zien een toenemend besef van de noodzaak om zorg in eigen hand te nemen. Zorg wordt hier niet meer van bovenaf opgelegd maar van binnenuit gerealiseerd. Kortom: collectieve zelfzorg krijgt hier en daar handen en voeten binnen nieuwe organisatievormen en nieuwe werkwijzen. Maar blijft wel gericht op de collectieve vorm.
 
Voor de toekomst lijkt het erop dat de bekende wijkorganisaties plaats gaan maken voor doorgroei naar kleinschalige initiatieven van mensen die zich in elkaar herkennen. Deelnemers aan deze nieuwe vormen lijken op dezelfde manier in het leven te staan en zijn dragers van een zelfde visie t.a.v. het delen van gemeenschappelijke belangen. Ze werken samen in netwerk-verbindingen om projecten te helpen realiseren. Het lijkt zelfs denkbaar dat in de toekomst wellicht ook gebruik gemaakt gaat worden van een beloningssysteem dat buiten de banken omgaat. Onafhankelijkheid van welk gevestigd systeem dan ook staat hoog in het vaandel. Vertrouwen berust niet meer op een geprojecteerde energie buiten henzelf, maar lijkt te berusten op de energie die allen verbindt. Zij blijken in staat om de grondslagen van het mens-zijn op te pakken en op een nieuwe manier in verbinding met elkaar uit te dragen.
Toch kan de vraag gesteld worden of deze kleine en vaak goed gecoördineerde zorginitiatieven wel een voldoende antwoord zijn voor het totale beheer van het gigantisch grote zorgvraagstuk. Moet hier niet aan de basis een gemeenschappelijk gedragen ondersteuning voor het grote zorggebouw gevonden worden? Bijvoorbeeld in de vorm van een bijdrage door iedere persoon zelf. Een bijdrage van iedere persoon áán de zorg voor zichzelf.
Goede zelfzorg zou het verschil kunnen uitmaken.
 
Zelfzorg is noodzaak geworden blijkt zo langzamerhand uit alle media. Een kleine greep uit de vele berichten van de laatste tijd in dagbladen, radio en televisie geeft hiervan een indruk. De Telegraaf (maar ook radio en televisie) vermeldt op 10 december van dit jaar dat “Nederland aan de vooravond staat van een ongekend sterke stijging van het aantal hart- en vaatziekten. Het aantal patiënten met een hartinfarct of een hersenbloeding zal de komende 25 jaar oplopen van 850.000 in 2011 naar 1,4 miljoen in 2040; een stijging van maar liefst 65 procent. De nieuwe piek in de landelijke hart- en vaatproblemen wordt niet alleen veroorzaakt door de voortgaande vergrijzing van de bevolking, maar vooral door hoge bloeddruk en het rookgedrag dat steeds meer jongeren in de gevarenzone brengt. Hoge bloeddruk wordt als een sluipmoordenaar gezien waarover bij de bevolking veel onwetendheid bestaat. Volgens directeur Floris Italianer van de Hartstichting kan het terugdringen van hoge bloeddruk en roken de grootste daling (360.000 minder patiënten) tot gevolg hebben. Daarnaast vormen ook een verhoogd cholesterolgehalte, overgewicht en te weinig lichaamsbeweging belangrijke risicofactoren.”
Dit signaal vanuit de medische gezondheidszorg wordt aangevuld door even zovele signalen uit aanpalende disciplines als o.a. de psychologische gezondheidszorg die alarm slaat bij de grote hoeveelheid stress- en burn-out patiënten die bij hen aankloppen voor behandeling. Een behandeling die sinds twee jaar niet meer vergoed wordt door de ziektekostenverzekeraar. Terwijl de maatschappij steeds hogere eisen stelt en er beduidend ingewikkelder op is geworden. Op macro niveau luidt de nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, de noodklok voor wat betreft de marktwerking in de zorg die hij een regelrechte ramp noemt. Wat ‘marktwerking’ wordt genoemd is volgens hem in feite niet meer of minder dan een regelrechte planeconomie. De financiële prikkels in het systeem zijn zo ingewikkeld geworden dat de doorsnee directie van een ziekenhuis zijn eigen begroting niet begrijpt en de arts verwikkeld is geraakt in een ingewikkeld afrekensysteem waardoor we de kern van de zaak, het goede gesprek met de patiënt, zijn kwijt geraakt.
 
Zelfzorg heeft een duidelijke individuele component die te maken heeft met een verantwoord beheer van de eigen persoon. Weliswaar in samenhang met de ander, maar zonder op die ander te leunen of er gunsten of voordelen van te verwachten. Tot dusver zagen we nogal eens een neiging om onszelf afhankelijk te zien van de mensen om ons heen en van het systeem waartoe we behoren. Een visie die nu verouderd lijkt en eentje is geworden die in deze moderne maatschappij aan realiteit heeft ingeboet. In plaats hiervan lijken we inmiddels langzaam aan beland bij een krachtige humanistische kernwaarde: de zelfverantwoordelijke zelfbepaling van elk afzonderlijk mens.
 
Hoe moet zelfzorg tegen dit licht verstaan worden? Berust deze zorg voor jezelf op zelfverrijking door alles te nemen wat binnen het persoonlijke bereik komt? Of ligt deze vraag complexer, omdat ze te maken heeft met de reflectie op de eigen verantwoordelijkheid voor het bestaan en op datgene wat nodig is om jezelf in leven te houden en dat leven zo waardig mogelijk te leiden. Over welke aspecten gaat het eigenlijk bij zelfzorg en hoe zou je je deze aspecten eigen kunnen maken?
 
Dat zelfzorg niet is aangeboren lijkt evident. Zelfzorg, als welbegrepen eigen belang, moet worden aangeleerd en strekt zich uit over een fors aantal gebieden voortkomend uit de meer algemeen geldende behoeften van de mens, zoals deze in de piramide van Maslov opgenomen zijn. Te denken valt hierbij  aan de primaire biologische behoeften, de psychologische- en sociale behoeften en aan de behoefte aan zelfontplooiing. Ook zijn er de ontwikkelingsbepaalde behoeften die weer afhankelijk zijn van de levensfase waarin een persoon verkeert. En tevens de gezondheidsbepalende behoeften, met hun specifieke eisen. Deze worden duidelijker als een persoon ziek of gehandicapt is (zie de zelfzorgtheorie van Dorothea Orem). Maar ook omgeving, milieu en het vermogen tot zelfzorg spelen een belangrijke rol bij het aanleren van zelfzorggedrag. Wat dit laatste punt betreft kunnen we om ons heen zien dat er belangrijke verschillen tussen mensen onderling bestaan. Verschillen die de moeite waard zijn om opgeheven of in ieder geval afgezwakt te worden.
 
In dit opzicht valt te denken aan de volgende invalshoeken: zouden scholen en sommige opleidingen hier niet op praktische wijze in hun lesprogramma’s op kunnen inhaken. Of zou er niet gedacht kunnen worden aan een bijdrage vanuit het gezin zelf door een andere en meer actieve opvoedingsmethode te hanteren. Een aanpak die ervan uitgaat het kind vragen te stellen, die het tot zelfstandig nadenken stimuleert, in plaats van de zaken steeds opnieuw voor te kauwen middels een stelsel van regels en voorschriften (do’s and dont’s).
Of soms domweg te laten verzanden in pedagogisch absenteïsme. De invloed van de opvoeding vertaalt zich door alle perioden van het leven heen en is duurzaam!

Evenzo goed zou onder humanisten een brede discussie op gang gebracht kunnen worden over een aantal prominente facetten die een rol spelen bij zelfzorg. De academie voor levenskunst onderscheidt de volgende aspecten:

Zelfkennis en Zelfbeeld. Wie ben ik?
Een cruciaal onderdeel van levenskunst. Weten wie je zelf bent, waar je vandaan komt, waar je heen wilt en hoe je in elkaar zit. Levenskunst is de omgang met jezelf door zelfobservatie en zelfbegrip.

Emotie en Energie. Wat drijft mij?
Dit gaat over wat jou in beweging kan zetten. Waar word je enthousiast van, wat raakt je, welke signalen geven je lijf af, met verwondering naar je zelf kijken, naar jouw krachtige en kwetsbare ik.

Daadkracht en Zelfsturing. Waar ben ik toe in staat?
Nodig om wensen waar te maken. Welke technieken kun je gebruiken, hoe verander je een gewoonte die je in de weg zit, wat kun je doen?

Waarden en Zingeving. Wat vind ik waardevol?
Nodig om te weten wat voor jou echt belangrijk is. Wat zijn jouw idealen, wat is hoofdzaak en bijzaak, wat is voor jou betekenisvol en wat niet, wat is schoonheid.   

Mens en Maatschappij. Hoe leef ik samen?
Dit vraagstuk gaat over samenleven. Levenskunst is omgang met de ander. Hoe zie jij de wereld, wat vragen anderen aan jou, hoe beleef jij de wereld en hoe beleeft de wereld jou.

Tijd en Vergankelijkheid. Wat betekent doodgaan voor mijn leven?
Het gaat hierbij over het stilstaan bij tijdsbesef en de zin van sterfelijkheid. Tijd is schaars en gaat voorbij, hoe ga je daar mee om, herken je de momenten die er toe doen, wat is rust, hoe leef jij met de dood.
 
Als voorbereiding voor die discussie zou de opstelling van “a note to one self” kunnen dienen, waarvoor een keuze uit de verschillende gebieden van de academie van levenskunst -tegen het licht van “ik”, “de ander” en “de maatschappij”- aanknopingspunten voor zelfreflectie te hechten zijn. Kortom: de tijd  van het meedeinen met de conjunctuur of het hanteren van de kaasschaafmethode om het zorgstelsel in toom te houden lijkt inmiddels achterhaald. Bewustwording van de eigen rol en mogelijkheden in de maatschappij van nu verdient het aangekaart en aangemoedigd te worden.

Drs. F. Veelo-Bouricius                                      
Apeldoorn, 10 oktober 2015.
 
Psycholoog NIP
Geregistreerd
Korte wachttijd
Heeft u nog vragen?
stel uw vraag aan psychologenpraktijk Dialogos Apeldoorn

Psycholoog Apeldoorn is lid van:
NIP logo

Deel mijn website: